Als we onze hersenen stimuleren, dan helpt dat om ze fit te maken en houden. ‘Use it or lose it’, ‘rust roest’; als we onze hersenen niet blijven stimuleren dan verliezen ze aan kwaliteit. Dus: houd ze actief met nieuwe informatie en nieuwe of ingewikkelde opdrachten voor het brein. Denksporten als schaken en bridgen zijn goed, maar ook voldoende uitdagingen voor het brein in het werk en het dagelijkse leven.
Het stimuleren van de hersenen helpt ook om de kans op de ziekte van Alzheimer te verkleinen. Deze ziekte kan beschouwd worden als een vervroegde, versnelde veroudering van de hersenen. Wetenschappelijke onderzoeken wijzen erop dat hoe vroeger we beginnen de hersenen te stimuleren, hoe beter beschermd we lijken te worden tegen deze vervroegde veroudering. Tweetalig opgroeien en goed onderwijs in de jeugdjaren helpen bij het ontwikkelen van een sterk brein. En in het latere leven helpt een actief bestaan dat ons brein voortdurend blijft prikkelen.
Kunnen we, als de ziekte van Alzheimer met de afbraak van hersencelleen eenmaal heeft toegeslagen, nog iets doen om het ziekteproces te beïnvloeden?
Hier doen we volop onderzoek naar. Veel mensen met Alzheimer lijden bijvoorbeeld aan onrust en een verstoord dag- en nachtritme. Onderzoek heeft geleerd dat meer licht in de leefomgeving hiertegen helpt. Licht stimuleert de biologische klok en verbetert daarmee een gezond slaap/waakritme, het vermindert de onrust en verbetert de stemming. Daarnaast verbetert het ook het geheugen en de andere verstandelijke vermogens. Hiermee hebben we iets in handen waarmee we de gevolgen van de ziekte van Alzheimer kunnen verminderen. Maar onze hersenen zijn complex en ieder hersengebied dat aangedaan is door deze hersenziekte vraagt een andere oplossing. De komende jaren zullen we hier stapsgewijs steeds meer over te weten komen.
Prof. Dr. D.F. Swaab
Nederlands Herseninstituut, Amsterdam